De zon schijnt alweer lekker als ik opsta, dus dit belooft een mooie dag te worden. Alles weer in de auto en dan ga ik eerst in dit plaatsje Toora (waar ik geslapen heb) naar de plaatselijke watervallen. Deze heten de Agnes Falls, genoemd naar de dochter van een gouverneur. De watervallen voorzien de hele omgeving van Toora van drinkwater dus een belangrijke bron.
Hierna ga ik op weg naar het einddoel van vandaag: Phillip
Island. Wel met wat stops onderweg en de eerste zijn langs de kust op weg naar
Wonthaggi.
Wonthaggi is in de regio bekend vanwege zijn (inmiddels
gesloten) steenkolenmijn. Dit is nu een toeristische attractie geworden dus ik
ga even een kijkje nemen. Het was ooit de grootste mijn in Australië en verkocht
zijn steenkool vooral aan de spoorwegen van Victoria. Hierdoor hoefden ze dit
niet in te kopen in een andere staat. Een kleine 60 jaar is hier gemijnd en in
1968 is dit gestopt. Dit kwam o.a. doordat steenkool niet meer nodig was voor de
treinen.
Normaal gesproken kan je hier een rondleiding krijgen door
de mijnen maar die zijn tijdelijk niet mogelijk. Wel kan je (gratis) over het terrein
lopen en dat is best interessant. Zo ligt er voor bijna 5000 km aan tunnels
onder de grond. Verspreid over het terrein staan allerlei huisjes die (indirect)
met het mijnen te maken. Zo is er een postkantoor, fietsenstalling,
paardenstal, kanariekooien, autogarage, managershuis etc.
Ook staat een gebouw waar de batterijen voor de lampen werden
uitgegeven. Die lampen waren wel een ding, in het begin van het mijnen was dit
een open vlam en in combinatie met methaangas kon dit voor ontploffingen zorgen.
Er zijn dan ook de nodige ongelukken gebeurd in die 60 jaar.
Er hangen ook allemaal plaatjes met nummertjes. Iedereen moest zo’n plaatje meenemen in de mijn. Als deze na de shift niet teruggehangen was, wisten ze dat ze naar je op zoek moesten gaan.
Na deze interessante stop, ga ik naar de plaatselijk
Woolworths om nog wat boodschappen in te slaan. Inmiddels leeft Wonthaggi niet
meer van de steenkoolmijn maar is het nog steeds een leuk stadje om te bezoeken.
Dan is het tijd om naar Phillip Island te rijden. Bij San
Remo (inderdaad genoemd naar die in Italië) neem ik de brug naar het eiland.
Morgen is het weer een stuk slechter dan vandaag dus ik ga
nog wat bezienswaardigheden bezoeken die ik eigenlijk voor morgen had gepland. Ik
begin op Cape Woolamai waar ik naar de Pinnacles loop. Het eerste deel gaat
over het strand en na een paar 100 meter is er een trap omhoog en loop je het
tweede deel over de klif.
Het loopt dan inmiddels tegen het einde van de dag maar ik heb nog één
attractie gepland staan: pinguïns. Phillip Island heeft een grote kolonie aan
dwergpinguïns, dit is de kleinste soort ter wereld. Iedere avond komt een deel
van deze kolonie terug aan land van soms weken in het water op zoek naar eten. Omdat
ze zo klein zijn, doen ze alles in groepen. Zo zwemmen ze samen in zgn. rafts,
hierdoor lijken ze groter dan dat ze daadwerkelijk zijn. Als het donker is, is
het voor hun veilig om aan land te komen. Ze wachten dus tot de zon onder is en
gaan dan met een groepje het strand over op zoek naar hun slaapplaats. Sommigen
moeten dan nog 2 kilometer over het land lopen.
Op het strand staan een aantal tribunes waar je de pinguïns
kan zien aankomen. Het is gelukkig droog maar wel heeeeel koud. Na 2 uur daar
zitten ben ik enigszins verkleumd. Maar het is wel superleuk om die kleine
pinguïns het strand op te zien waggelen. Daarna loop ik over de boardwalk terug
naar het bezoekerscentrum en dan kan je van dichtbij bekijken. De foto’s die hier
staan zijn van de Penguin Parade zelf want er mochten geen foto’s gemaakt worden.
Zo eindigt een lange, maar gevarieerde dag en ben ik officieel over de helft van mijn vakantie heen. Dat gaat ineens snel!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten