Na een prima nachtje in mijn stacaravan doe ik vanochtend rustig aan. Even dit blog bijwerken en dan een ontbijtje. Ik ga vandaag naar Booderee National Park dat tot 1995 nog Jervis Bay NP heette. In dat jaar is het ‘terug’gegeven aan de Aboriginal Community die het Booderee (Bay of Plenty) noemden.
Dit stukje Australië is een apart stukje. Klein geschiedenislesje,
die je ook mag overslaan 😉. In 1901 zijn de verschillende staten van
Australië (Queensland, New South Wales, Victoria, Tasmanië, South Australia en
West Australia) verenigd tot wat nu Australië is. Hiervoor waren het aparte
koloniën (eigenlijk zouden Fiji en Nieuw-Zeeland ook meedoen maar die zijn op een gegeven moment afgehaakt). Er moest een hoofdstad komen en toen is besloten dat dit in een
apart gebied (‘Territory’) zou komen, dus niet in één van de staten. Canberra werd gesticht en het gebied er omheen heet nu Australian Capital Territory (ACT). Het lastige was dat Canberra geen
toegang heeft tot een haven want het is compleet omgeven door New South Wales. Daar
komt Jervis Bay om de hoek kijken, want dat ligt wel aan het water. Er is daarom hier een aparte Territory gesticht:
Jervis Bay Terriroty. Het kleinste van Australië. Verder is het erg ingewikkeld
want ze horen niet bij ACT op bepaalde gebieden en bij sommige zaken weer wel. Booderee
NP dat ik vandaag bezoek, hoort bij Jervis Bay Territory, terwijl het omliggende Jervis Bay bij New
South Wales hoort.
Geschiedenislesje is weer voorbij, ik ga vandaag dus de kleinste
Territory van Australië verkennen. De ingang ligt op zo’n kwartiertje rijden
van de camping en ik moet hier voor het eerst toegang betalen voor een nationaal park. Daarna stop ik even
bij het Visitor Centre (waar echt veel meer van te maken is) en vraag naar advies
voor een leuke wandeling. Die blijkt helemaal aan het einde van de weg te liggen
dus daar rijd ik naar toe. Ik ga de Munyunga Waraga Dhugan Trail lopen, die is
ruim 5 km en volgens het bord ga ik daar 2,5 uur over doen. Het eerste deel
gaat door verschillende soorten bossen.
De Eucalyptus boom (hier Scribbly Gum genoemd) heeft patronen
op de bast van de boom. Hier heeft de larve van de Scribbly Gum Moth in geleefd.
Deze graaft een tunnel om te kunnen eten voordat het uitvliegt als een mot.
Na de bossen loop ik langs het water wat een schitterend
uitzicht geeft op de verschillende kliffen in de omgeving, waaronder Devil’s
Elbow.
Daarna heb ik zicht op Bowen Island waar een kolonie
pinguins zou moeten leven. Ik denk dat ze even uit eten waren, want ook met de
verrekijker waren ze niet te spotten.
Als laatste heb ik zicht op Murray’s Beach. Het is jammer dat het zo hard waait want het is een schitterende omgeving. Tot nu toe heb ik best geluk gehad met het weer (behalve de regen in Singapore), het heeft wel geregend maar dan ’s nachts. De komende dagen schijnen wel wat minder te worden.
Ik bezoek na dit rondje (dat zeker korter dan 2,5 uur
duurde) nog wat andere delen van dit mooie Nationale Park waaronder Green Patch
en de Botanic Gardens. Ook spot ik onderweg nog een Kookaburra.
Dan is het tijd om terug te keren naar de camping en te relaxen. Dat is ook wel even lekker. Morgen wordt weer een reisdag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten